pv subsidieadvies

PV Subsidieadvies
Postbus 74
6660 AB Elst
t. 0481-483 406
info@pvsubsidieadvies

Subsidienieuws

Recente nieuwsberichten:


18-09-2013: Ministerie van Financiën versobert fiscale innovatieregelingen

Het ministerie van Financiën heeft in het op Prinsjesdag gepubliceerde Belastingplan 2014 zoveel mogelijk de nog resterende fiscale maatregelen uit het regeerakkoord opgenomen. Dit betreft onder meer de versobering van de fiscale innovatieregelingen en de afschaffing van de Afdrachtvermindering onderwijs (WVAOW).

Tot € 275 miljoen minder voor fiscale innovatieregelingen
Het kabinet wil de komende jaren flink korten op de fiscale innovatieregelingen. De besparing moet oplopen van € 168 miljoen in 2014 tot € 275 miljoen in 2017. In 2014 wordt de bezuiniging ingevuld door het budget van de regeling Research en developmentaftrek (RDA) met € 138 miljoen terug te brengen. De overige € 30 miljoen wordt gerealiseerd door een structurele korting op de Energie-investeringsaftrek (EIA), Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) van € 10 miljoen per regeling.

Er is nog geen concrete invulling van de bezuinigingen vanaf 2015. Om die reden zijn de besparingen vooralsnog (technisch) ingeboekt op de S&O-afdrachtvermindering (WBSO) en de RDA. De precieze verdeling kan per 2015 dus worden gewijzigd. Daarbij kunnen ook de Innovatiebox (INNOBOX) en de Toeslag voor Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI-toeslag) (TKITOESLAG) worden betrokken.

Verder wordt nog een aantal andere maatregelen getroffen in de sfeer van de fiscale innovatieregelingen. Deze maatregelen worden hieronder toegelicht.

WBSO: eerste schijf verlengd, tarief eerste schijf verlaagd, budget iets hoger
Het kabinet stelt voor om bij de S&O-afdrachtvermindering (WBSO) de eerste schijf te verlengen van € 200.000 naar € 250.000. Hierdoor is het hoge percentage van de afdrachtvermindering van toepassing op een groter deel van de loonkosten van speur- en ontwikkelingswerk (S&O). Deze maatregel is met name bedoeld om het mkb meer mogelijkheden te bieden om door te groeien, omdat vooral kleinere tot middelgrote bedrijven van een schijfverlenging kunnen profiteren.

Het tarief in de eerste schijf wordt wel verlaagd van 38% naar 35%. Dit sluit aan op de uitkomst van de evaluatie van de regeling dat de effectiviteit van hogere percentages beperkter is.

Om het verlengen van de eerste schijf, het verlagen van het tarief in die eerste schijf en “het continueren van overige parameters mogelijk te maken”, wordt structureel € 60 miljoen van het budget van de RDA naar het budget van de WBSO verplaatst. Deze verplaatsing wordt in 2014 deels ingezet om de budgetoverschrijding uit 2012 van € 35 miljoen te dekken. Voorts wordt € 16 miljoen van de onderuitputting van het RDA-budget 2012 ingezet voor het WBSO-budget 2014, dat uiteindelijk uitkomt op een bedrag van € 756 miljoen (€ 21 miljoen meer dan in 2013).

Technische maatregelen WBSO: jaaraanvraag en ruimere verrekeningsmogelijkheden
Verder worden binnen de WBSO twee technische maatregelen getroffen. Zo stelt het kabinet voor om iedere S&O-inhoudingsplichtige de mogelijkheid te bieden om een S&O-verklaring voor een periode langer dan zes maanden, met een maximum van een geheel kalenderjaar, aan te vragen. Momenteel staat de mogelijkheid van een jaaraanvraag alleen open voor S&O-inhoudingsplichtigen die beschikken over een onderzoek- of een ontwikkelafdeling en die tevens in het voorafgaande kalenderjaar een S&O-verklaring ontvangen hebben.

Toegekende S&O-afdrachtvermindering mag op grond van de huidige regelgeving alleen verrekend worden in de aangiftetijdvakken voor de loonheffingen die eindigen in de periode waarop de S&O-verklaring ziet. De huidige verrekeningssystematiek kan tot gevolg hebben dat inhoudingsplichtigen niet alle toegekende S&O-afdrachtvermindering kunnen verzilveren, omdat ze in de periode van de S&O-beschikking onvoldoende loonkosten hebben. Om de verzilveringsmogelijkheden zo veel mogelijk te verhogen, stelt het kabinet voor toe te staan dat inhoudingsplichtigen de S&O-afdrachtvermindering – die niet verzilverd is in de periode waarop de S&O-verklaring ziet – kunnen verrekenen in andere aangiftetijdvakken die eindigen in het kalenderjaar waarop de S&O-verklaring ziet.

Het geheel van de bovenstaande wijzigingen resulteert in de volgende parameters van de WBSO:

2012

2013

2014

Tarief eerste schijf

42%

38%

35%

Tarief eerste schijf starters

60%

50%

50%

Loongrens eerste schijf

€ 110.000

€200.000

€ 250.000

Tarief tweede schijf

14%

14%

14%

Plafond

€ 14 miljoen

€ 14 miljoen

€ 14 miljoen


RDA: budget verlaagd naar € 302 miljoen, percentage circa 60%

De RDA is in 2012 geïntroduceerd. In 2012 was het beschikbare budget € 250 miljoen. In 2013 liep dit budget op tot € 375 miljoen en vanaf 2014 was structureel een budget van € 500 miljoen voorzien. Zoals hiervoor is aangegeven wordt de taakstelling op de fiscale innovatieregelingen in 2014 voor een deel ingevuld door het budget van de RDA te korten met € 138 miljoen. Bovendien wordt, zoals eveneens hiervoor aangegeven, € 60 miljoen budget van de RDA structureel naar het budget van de WBSO overgeheveld. Daarmee resteert in 2014 een RDA-budget van € 302 miljoen.

Met dit budget bestaat ruimte voor een voorlopig percentage van de RDA in 2014 van circa 60% (ten opzichte van 54% in 2013). Dit komt overeen met een nettovoordeel van 15% bij een Vpb-tarief van 25%. Dit is met inachtneming van de budgetsystematiek van deze regeling, het RDA-percentage kan op basis van de ontwikkelingen in 2013 nog worden bijgesteld. Eind 2013 wordt het definitieve RDA-percentage voor 2014 bij ministeriële regeling vastgesteld.

Diverse aanpassingen EIA, MIA en Vamil
Intensivering investeringsfaciliteiten asbestsanering en plaatsing zonnepanelen 
Op dit moment kunnen bedrijven die bijvoorbeeld investeren in het saneren van asbest (al dan niet in combinatie met het plaatsen van zonnepanelen) in aanmerking komen voor de MIA, tenzij wordt geïnvesteerd in een woonhuis of een woonschip, met inbegrip van de gedeelten van andere zaken die dienen voor bewoning. Bedrijfsmatige verhuurders van woonruimte hebben daarom geen recht op MIA. Om deze onevenwichtigheid op te heffen, wordt voorgesteld om ook bedrijfsmatige verhuurders van woonruimte voor bijvoorbeeld het saneren van asbest, al dan niet in combinatie met het plaatsen van zonnepanelen, in aanmerking te laten komen voor de MIA.

Verhoging doeltreffendheid en kostenefficiëntie EIA en MIA/Vamil
Onlangs zijn alle drie de regelingen geëvalueerd. Uit de evaluatie van de EIA is onder andere naar voren gekomen dat veel aanvragen voor de EIA worden gedaan voor geringe bedragen, hetgeen naar verhouding hoge administratie- en uitvoeringskosten met zich meebrengt. In het evaluatierapport wordt daarom aanbevolen het drempelbedrag voor energie-investeringen te verhogen naar € 2500. Een verhoging van de drempel naar € 2500 per investering leidt tot een daling van het aantal aanvragen met 19%, terwijl het gemelde investeringsbedrag met slechts 0,3% zal dalen. Om de EIA zo veel mogelijk analoog te houden aan de MIA/Vamil, wordt ook het drempelbedrag voor de MIA en Vamil verhoogd naar € 2500. Het effect van deze laatste wijziging zal overigens niet substantieel zijn, aangezien milieu-investeringen in de regel een aanzienlijk hoger investeringsbedrag kennen.

Horizonbepaling en integratie MIA en Vamil
In de evaluaties van de MIA en Vamil is onder andere geconstateerd dat de MIA en Vamil met betrekking tot de lijst van bedrijfsmiddelen en gebruikers van de regeling naar elkaar toegroeien. In die evaluatierapporten wordt daarom aanbevolen om te onderzoeken of een (procedureel) samengaan of integratie of varianten daarvan tot verdere efficiencyverbetering kunnen leiden. Het kabinet neemt de aanbeveling over om te onderzoeken de MIA en de Vamil te integreren. Voorts wordt aan deze twee regelingen een horizonbepaling gekoppeld. Gelet op de samenhang tussen de EIA, MIA en Vamil wordt ook aan de EIA een horizonbepaling gekoppeld. Dit is in lijn met de motie Dijkgraaf waarin de regering wordt opgeroepen tot het opnemen van horizonbepalingen bij bestaande fiscale instrumenten. De invoering van een horizonbepaling houdt in dat na een termijn van circa vijf jaar op basis van een positieve evaluatie besloten moet worden de regeling te continueren en anders te beëindigen. In het geval van de EIA, MIA en Vamil betekent dit dat er voor 1 januari 2019 een evaluatie gereed moet zijn voor de beslissing de regelingen per die datum te continueren of anders te laten vervallen.

Afschaffing Afdrachtvermindering onderwijs
De Afdrachtvermindering onderwijs (WVAOW) beoogt werkgevers te ondersteunen die kosten maken voor begeleiding van werknemers die een leerwerktraject volgen, om zo het aanbieden van de benodigde leerwerkplaatsen te stimuleren. Uit onderzoek is echter gebleken dat de toepassing van het fiscale instrument en het daarmee gemoeide budgettaire beslag zich in de afgelopen jaren in een ongewenste richting hebben geëvolueerd. In een periode van ongeveer vijf jaar is het budgettaire beslag van de regeling verdubbeld van circa € 200 miljoen naar circa € 400 miljoen. In het in 2012 uitgevoerde evaluatieonderzoek van de Afdrachtvermindering onderwijs zijn bovendien verschillende vormen van misbruik en onbedoeld gebruik vastgesteld, en zijn door de onderzoekers kanttekeningen geplaatst bij de effectiviteit en doelmatigheid van de regeling.

Het is tegen deze achtergrond dat in het regeerakkoord is vastgelegd dat de Afdrachtvermindering onderwijs met ingang van 1 januari 2014 wordt afgeschaft en vervangen door een beter te richten en budgettair beter beheersbaar te houden nieuwe subsidieregeling – de Subsidieregeling praktijkleren (PRAKTIJKLEREN) – op de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

Exportkredietverzekering en -financiering
In de begroting voor 2014 gaat het ministerie van Financiën ten slotte ook nog in op exportkredietverzekering en -financiering. Het Nederlandse exportverzekeringsinstrumentarium is volgens het ministerie gemiddeld tot goed bestand tegen de concurrentiedruk van andere overheidsgesteunde exportkredietverzekeraars. Uit internationale vergelijkingen blijkt echter ook dat de rol van overheidsexportkredietverzekeraars aan het veranderen is. Er wordt in verschillende vormen steeds meer gedaan op het gebied van (her)financieren van exporttransacties. In Nederland gebeurt dit niet.

Om er voor te zorgen dat Nederlandse exporterende bedrijven niet op een achterstand komen ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten wordt in 2014 meer dan voorheen ingezet op het beschikbaar houden van voldoende financiering tegen een scherpe prijs. Om dit te bereiken, zonder dat de Staat onnodig op de stoel van de marktpartijen gaat zitten, wordt er in samenwerking met banken en de exportsector bekeken in welke mate exportfinanciering verder ontwikkeld kan worden. Hierbij kan worden gedacht aan een herfinancieringsfaciliteit. Ook wordt er via het Dutch Good Growth Fund van het ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ingezet op een pakket van exportfinancierings- en verzekeringsinstrumenten naar landen waar marktpartijen minder mogelijkheden bieden.

Voor toelichting en aanvragen mail: info@pvsubsidieadvies.nl

 


27-06-2013: € 4,4 miljoen voor innovatieve plannen tegen ammoniakuitstoot

Staatssecretaris Dijksma van EZ stelt € 4,4 miljoen beschikbaar voor innovatieve plannen om de uitstoot van ammoniak tegen te gaan. Het geld is bedoeld om de hoeveelheid stikstof vanuit de veehouderij in Natura-2000 gebieden af te laten nemen. De vermindering van neerslag van stikstof moet een verdere achteruitgang van de biodiversiteit in deze gebieden voorkomen.

Voor een bijdrage komen twee soorten vernieuwende plannen in aanmerking:

• plannen voor terugdringing van uitstoot van ammoniak door innovatieve voer- en
   managementmaatregelen (€ 2,2 miljoen); en

• plannen voor het terugdringen van ammoniakuitstoot bij het uitrijden van mest (€ 2,2 miljoen).

De hoogte van de subsidie is voor haalbaarheidsonderzoek naar innovatieve voer- en managementmaatregelen maximaal € 40.000 per projectvoorstel. In totaal is hiervoor € 360.000 beschikbaar. Er worden niet meer dan tien haalbaarheidsonderzoeken gesubsidieerd. Voor het verder ontwikkelen en uittesten van een vernieuwend plan is het maximale subsidiebedrag per project € 300.000.

De hoogte van de subsidie voor haalbaarheidsonderzoek naar nieuwe methoden voor het uitrijden van mest is maximaal € 45.000 per project. In totaal is hiervoor € 450.000 beschikbaar. Ook hier worden niet meer dan tien haalbaarheidsonderzoeken gesubsidieerd. Voor het verder ontwikkelen en uittesten van een vernieuwend plan is het maximale subsidiebedrag per project € 450.000.

Ondernemers kunnen voorstellen van 1 juli tot en met 25 september 2013 indienen.

Small Business Innovation Research Programma
De subsidie wordt verleend in het kader van het Small Business Innovation Research Programma (SBIR). Om ondernemers te informeren over deze SBIR-aanbesteding organiseert Agentschap NL op 3 juli een informatiebijeenkomst in Utrecht (zie ook ons bericht van 21 juni 2013: "Infobijeenkomst SBIR-oproepen verminderen uitstoot ammoniak landbouw").
 

Voor toelichting en aanvragen mail: info@pvsubsidieadvies.nl

 


Het Ministerie van Economische Zaken publiceert binnenkort twee nieuwe SBIR aanbestedingen gericht op het verminderen van de uitstoot van ammoniak uit de landbouw. Het gaat om "Voer- en managementmaatregelen in de veehouderij" en om het "Uitrijden van mest".

 

Subsidies voor ontwikkeling van voer- en managementmaatregelen in de (melk)veehouderij

Het Ministerie van Economische Zaken publiceert binnenkort twee nieuwe SBIR aanbestedingen gericht op het verminderen van de uitstoot van ammoniak uit de landbouw. Het gaat om "Voer- en managementmaatregelen in de veehouderij" en om het "Uitrijden van mest".

Twee SBIR-oproepen gericht op het verminderen van de uitstoot van ammoniak uit de landbouw:

    Voer- en managementmaatregelen in de veehouderij

    Uitrijden van mest

Fase 1: haalbaarheidsonderzoek naar de innovatie

Bedrijven die een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren naar de haalbaarheid van hun innovatie. Zeer waarschijnlijk maximaal € 50.000,-. Projectduur maximaal 6 maanden.

Fase 2: ontwikkeling van de innovatie

Voor de ontwikkelingsfase moet weer opnieuw worden ingediend. Zeer waarschijnlijk maximaal € 450.000,- per project. projectduur maximaal 2 jaar. Het eindresultaat is een getest prototype, demonstratie, beperkte nulserie of proefproject van het product, het proces of de dienst.

Fase 3: de innovatie vermarkten

Voor het vermarkten gaan bedrijven hun product marktrijp maken. Geen subsidie maar wel eerste inkoper als de innovatie bruikbaar is voor de overheid.


Meer informatie: info@pvsubsidieadvies.nl

 


RDA subsidie plus WBSO subsidie

Op 10 oktober 2011 is meer bekend gemaakt over de nieuwe subsidieregeling RDA. In de ‘1e nota van wijziging Belastingplan 2012’ wordt vermeld dat het RDA subsidiepercentage 40% is voor 2012. De RDA subsidie zal worden gekoppeld aan de WBSO. Dit betekend dat 40% van R&D - exploitatiekosten en R&D investeringen mogen worden afgetrokken van de fiscale winst. Bij een winstbelasting van 25% zal de RDA subsidieregeling zal een netto voordeel opleveren van 10%.

Meer informatie: info@pvsubsidieadvies.nl

 


Prinsjesdag: Wijzigingen WBSO 2012 voor ondernemer

Het budget voor de WBSO in 2012 bedraagt 864 miljoen euro. Er is echter veel belangstelling.
Laat dus tijdig uw plannen beoordelen en de subsidieaanvragen voorbereiden dit najaar.

Aanvraag laten doen ? mail: info@pvsubsidieadvies.nl (ook voor vrijblijvende informatie)

Overige wijzigingen voor wbso 2012:

  • het percentage van de 1e schijf wordt verlaagd van 50% naar 42%;
  • het percentage van de 1e schijf voor starters wordt verlaagd van 64% naar 60%;
  • de bovengrens van de 1e schijf wordt verlaagd van 220.000 euro naar 110.000 euro;
  • het percentage van de 2e schijf wordt verlaagd van 18% naar 14%;
  • het plafond blijft 14 miljoen euro;
  • de bedragen voor de zelfstandigenaftrek inclusief de extra aftrek voor starters zullen worden geïndexeerd.

     


Maxime Verhagen maakte op 19 mei 2011 bekend dat vorig jaar 19.450 bedrijven gebruik hebben gemaakt van een overheidsregeling om de innovatie bij ondernemingen te bevorderen.


Dat is een groei van bijna 20 procent ten opzichte van 2009
Het gaat om de WBSO, de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk. Hiermee worden loonkosten van researchmedewerkers via een fiscale regeling gedrukt. Met de regeling was vorig jaar in totaal 860 miljoen euro gemoeid, waarvan 628 miljoen euro ging naar het midden- en kleinbedrijf.

Bron: ANP


WBSO percentage 2011 ongewijzigd


Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft in een recente nota van wijziging Belastingplan 2011 echter bekendgemaakt dat het budget, percentages en plafond in 2011 gelijk blijft als in 2010. Oorspronkelijk was Financiën van plan de subsidiepercentages voor 2011 voor de 1e schijf te verlagen met 4% en 2% (starters). In onderstaand schema ziet u de percentages die nu werkelijk worden aangehouden voor 2011. Tevens kunt u zien welke percentages voor 2012 worden verwacht.

2008

2009

2010

2011

2012

Loongrens

110.000

150.000

220.000

220.000

150.000

Plafond

8 mln

14 mln

14 mln

14 mln

8,5 mln

1e schijf

42 %

50 %

50 %

50 %

45 %

1e schijf starters

60 %

 64 %

 64 %

 64 %

 60 %

2e schijf

14 %

18 %

18 %

18 %

14 %


 


Kabinetsbesluit subsidie WBSO 2011 en 2012

Het kabinet verhoogt het subsidiebudget voor technische ontwikkeling door eigen personeel. Het budget 2011 voor subsidieregeling wbso wordt verhoogd met € 70 mln. De tijdelijke crisismaatregelen die van toepassing waren in 2009 en 2010 worden in 2011 en 2012 stapsgewijs teruggebracht naar een niveau ruim boven dat van 2008. Per saldo wordt hiermee de WBSO-subsidie structureel verhoogd. In onderstaande tabel treft u de van toepassing zijnde percentages en schijfruimtes aan.

Maatregelen WBSO 2008 t/m 2012:

2008

2009

2010

2011

2012

Loongrens

110.000

150.000

220.000

220.000

150.000

Plafond

8 mln

14 mln

14 mln

11 mln

8,5 mln

1e schijf

42 %

50 %

50 %

46 %

45 %

2e schijf

14 %

18 %

18 %

16 %

14 %


Meer informatie: info@pvsubsidieadvies.nl


 


Nieuw Certificatieschema Groen Label Kas 2010. (Niveau B voor MIA en Vamil)

Het nieuwe certificatieschema Groen Label Kas GLK.2-2010 is per 1 maart gepubliceerd. Het schema is geldig tot 1 januari 2011. Groen Label Kas Niveau A komt in aanmerking voor Regeling groenprojecten. Niveau B komt in aanmerking voor subsidies MIA en Vamil.

Bron: PV Subsidieadvies en SMK


 


Vraag vanaf dinsdag 23 februari uw Innovatievoucher(s) aan.

In totaal zijn er 6200 publieke en 2000 private vouchers aan te vragen. Wie eerst komt die eerst maalt. Daarom is aan te raden op dag één de aanvraag te doen. U kunt gebruikmaken van de regeling innovatievouchers als uw onderneming wordt gerekend tot het mkb.

Publieke innovatievoucher kan worden besteed voor inkoop van kennis bij een kennisinstelling bijvoorbeeld een universiteit of HBO instelling.

Private vouchers moeten worden besteed bij private kennisleveranciers zoals ingenieursbureaus.

Er zijn twee vormen van innovatievouchers: 'kleine' vouchers van 2.500 euro (100% subsidie) en 'grote' vouchers van 7.500 euro. Bij grote publieke vouchers geldt een eigen bijdrage van een derde van het totale bedrag, terwijl bij de grote private vouchers een verplichte eigen bijdrage van 50 procent geldt.

U heeft wel een DigiD code nodig om de aanvraag via de website van Agenschapnl te kunnen doen. (Agenschapnl voorheen SenterNovem)

Wellicht kan uw project of kennisvraag voor nog meer subsidie in aanmerking komen.

Bron: PV Subsidieadvies en min EZ


 


Subsidieregeling duurzame energieproductie 2010 start 1 maart

Minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken heeft in de Staatscourant van 22 januari 2010 de Subsidieregeling Duurzame Energieproductie 2010 (SDE) gepubliceerd. De regeling treedt op 1 maart in werking. In de SDE 2010 worden alle categorieën duurzame energie-opwekking gesubsidieerd die ook in 2009 al voor subsidie in aanmerking kwamen. Daarnaast is er sprake van een uitbreiding van de categorie wind op land voor grote molens en is in 2010 tevens SDE-subsidie beschikbaar voor grote WKK-installaties. Bij de berekening van de subsidies is gekeken naar de gemiddelde kostprijs van de verschillende opties voor duurzame energie. De subsidie vult de opbrengst uit de verkoop van energie gedurende de levensduur van de installatie aan, zodat de onrendabele top wordt gesubsidieerd. De subsidie varieert dus jaarlijks met de ontwikkeling van de energieprijs. Energieprijs en SDE-subsidie tellen op tot het in de regeling vastgestelde basisbedrag.

Bron: PV Subsidieadvies, Min. EZ


 


WBSO loonkostensubsidie meer voordeel in 2010

U kunt uw te betalen loonheffing verlagen of zelfs helemaal afvlakken door subsidie aan te vragen voor uw ontwikkelactiviteiten op gebied van techniek en/of ICT. Ook zelfstandigen kunnen subsidie krijgen. Technische ontwikkeling van producten, processen en software komt in aanmerking. De overheid heeft het subsidieplafond per 1 januari 2010 verhoogd naar € 220.000,- voor het subsidiepercentage van 50% en 64% (starters) over het brutoloon besteed aan de ontwikkeling. Over het brutoloon boven € 220.000, - krijgt u 18% subsidie. Dit extra voordeel is tijdelijk.

Bron: PV Subsidieadvies, Min EZ


 


SDE 2010 openstelling ongeveer half februari

U kunt binnenkort weer subsidie aanvragen voor productie van duurzame energie. 12 tot 15 jaar lang wordt het verschil tussen de kostprijs van reguliere- en duurzame energieproductie vergoed. Als in deze periode de opbrengst uit de duurzame energieproductie te weinig oplevert dan vult de SDE de opbrengsten aan. Zo kunt u toch rendabel produceren met o.a. windenergie, zonne-energie, biomassa en water.

Tijdens de vorige openstellingen hebben ondernemers ontdekt dat een goede voorbereiding van de subsidieaanvraag zeer wenselijk is. Een goede voorbereiding kan uw kansen aanmerkelijk verhogen. Bijvoorbeeld heeft u al een gesprek gehad met u bank? Heeft men de intentie mee te gaan in uw plannen? Vergeet dan geen verklaring te vragen. Hier kan om gevraagd worden. Zo zijn er meer onvoorziene zaken waardoor er later onverwacht problemen opduiken. Men dient wel een goed beeld te hebben van wat men kan en wat men wil realiseren. Start tijdig uw voorbereidingen en neem de juiste stappen.

Bron: PV Subsidieadvies, Min EZ


 

De Innovatiebox 2010. Financieel voordeel voor ondernemingen die techniek ontwikkelen

Ondernemers die zelf of met medewerkers techniek ontwikkelen kunnen daarvoor al langer ‘Loonkostensubsidie’ krijgen.

Omdat deze innovaties een belangrijke bijdrage leveren aan de Nederlandse economie verruimt de overheid de mogelijkheden voor innovatieve ondernemers. Dus nog meer financieel voordeel. Alle winsten die voortkomen uit de innovatie vallen onder een lager tarief voor de vennootschapsbelasting. Heeft u na de ontwikkeling een verlies op de innovatie dan worden deze verliezen aftrekbaar tegen het normale tarief van 25,5 procent. Om mee te kunnen profiteren heeft u minimaal een s&o verklaring nodig. Een octrooi kan echter ook voldoen. De voorbereiding goed opzetten is erg belangrijk om daadwerkelijk mee te kunnen profiteren. Open vanaf 1 januari.

Bron: PV Subsidieadvies, Min EZ


 

M & T 2010 subsidieronde is open voor projecten die zowel milieuvriendelijk als technisch innovatief zijn

Bedrijven met industriële activiteiten kunnen subsidie aanvragen voor het onderzoeken en ontwikkelen van milieuvriendelijke en tevens vernieuwende technologie. De subsidie kan u helpen de ontwikkelkosten te drukken waardoor uw innovatie meer kans van slagen zal hebben. Ook als of nadat u het ontwikkelingstraject heeft doorlopen en u wilt uw de milieuvriendelijke technologie in de markt zetten dan zijn er subsidiemogelijkheden. Uw bedrijf en uw project moeten wel voldoen aan de gestelde voorwaarden. Beperkt budget.

Bron: PV Subsidieadvies, Min EZ


 

Marktintroductie van energie-innovaties in de Glastuinbouw (MEI) open 1 februari

U kunt als glastuinder subsidie krijgen als u investeert in innovaties die het energieverbruik verminderen.
Innovatieve energiesystemen die de CO2-uitstoot verminderen en nog maar net op de markt zijn gebracht kunnen zo een duwtje in de rug krijgen tijdens de marktintroductie.

Er zijn twee soorten energiesystemen waarvoor u subsidie kunt aanvragen:
Semi-gesloten kassysteem. Dus optimale benutting van zonne-energie en andere natuurlijke buitenomstandigheden in combinatie met de voorzieningen in de kas. En overige innovatieve energiesystemen.

Met overige energiesystemen wordt bedoeld:
-energieconversiesystem voor biovergisting of vergassing;
-energiesystemen op aardwarmte en
-alle andere innovatieve systemen die de CO2 uitstoot verlagen.

De subsidie is 40% over de kosten die onder de subsidie vallen.
Let erop dat u een aantal zaken goed moet voorbereiden. Een goed doortimmert projectplan is belangrijk.
De regeling gaat 1 februari open en sluit 12 maart 2010.

Bron: PV Subsidieadvies, Min LNV


 

Samenwerking bij innovatieprojecten Plant en Dier open op 1 februari t/m 26 februari

MKB ondernemingen samen met minimaal één landbouwonderneming of landbouwondernemingen samen kunnen subsidie aanvragen. U kunt subsidie krijgen voor een innovatieproject dat de samenwerking binnen en buiten de bedrijfskolom vergroot en voor de hele sector van belang is of zelfs daarbuiten. Bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten, technieken, systemen, processen, diensten of organisatievormen. Kernwoorden bij de eisen aan het project: innovatief, economisch perspectief, uitnodigend, duurzaamheid, meerwaarde voor de samenleving. Per aanvraag kan een samenwerkingsverband maximaal 500.000, - euro subsidie krijgen. Het budget is beperkt. Bereid uw project goed voor want u concurreert met andere ingediende voorstellen.

Bron PV Subsidieadvies, MinLNV


 

Subsidies voor innovatief omgaan met water in natte en droge periodes (via SBIR)

De overheid roept ondernemers op ideeën uit te werken gericht op slim om te gaan met water in te natte en te droge periodes. Door klimaatveranderingen, zeespiegelstijging en afwisselende periodes met te weinig en met veel te water en schaarse ruimte ontstaat er noodzaak anders om te gaan met water. Een SBIR project bestaat uit drie fases: 1. Een haalbaarheid, 2 onderzoek en ontwikkeling, 3 het marktrijp maken. Van half januari tot en met 1 maart kunt u voorstellen indienen. Het budget is beperkt. 8,5 miljoen.

Bron: PV Subsidieadvies, Min EZ en Min LNV


 

Subsidie voor ontwikkeling en marktintroductie van duurzame stallen en -houderijsystemen (via SBIR)

Ondernemers die integraal duurzame stallen en –houderijsystemen ontwikkelen kunnen reageren op een oproep van de overheid. Zij kunnen subsidie krijgen voor 1. Een haalbaarheid, 2 onderzoek en ontwikkeling, 3 het marktrijp maken. Het project moet leiden tot systemen die het dierwelzijn en de gezondheid sterk verbeteren. Daarnaast wordt een substantiële verbetering van voor het milieu en arbeidsomstandigheden en energiebesparing verwacht. De regeling sluit 18 februari 2010.

Bron: PV Subsidieadvies, Min EZ en Min LNV

 


De samenstelling van het Subsidie Nieuws wordt verzorgd door PV Subsidieadvies; info@pvsubsidieadvies.nl
PV Subsidieadvies kan geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden in de vermelde informatie.